Voorbereiding overdracht onroerende goederen
U moet alle kadastrale percelen (met eigendomsaanhaling) inventariseren. De notaris of commissaris van de afdeling vastgoedtransacties zal dit op zich nemen.
Als maatschappij kunt u vrij kiezen om voor de opmaak van de authentieke akten (in verband met de fusie of individuele overdrachten) beroep te doen op een notaris of een commissaris van de afdeling vastgoedtransacties.
Deze inventarisering is een tijdrovende opdracht. Het is vaak moeilijk om een exact beeld te krijgen van het (vaak erg gegroeide) patrimonium. U moet ook een overzicht opmaken van uw vergunningen, lopende leningen en licenties.
Een reorganisatie impliceert de overdracht van de grond waarvan de betrokken woonactoren eigenaar zijn of houders van een recht van vruchtgebruik, een erfpacht, een opstalrecht of een concessie. Dit is een overdracht volgens artikel 2, 18° van het Bodemdecreet.
Volgens het Bodemdecreet betekent grond “bodem of de opstallen die zich op of in de bodem bevinden”.
U leest hierna meer over de documenten die u nodig kan hebben bij de overdracht van onroerende goederen.
Het gaat meer bepaald over:
Bij wijze van overzicht voegen we een tabel toe waar u per overdrachtsvorm ziet welke documenten u exact nodig heeft.
Eigendomstitels
Wat?
Een eigendomstitel is het formele stuk dat aantoont dat uw maatschappij eigenaar is van het onroerend goed dat wordt overgedragen. Dit stuk kan de vorm aannemen van een aankoopakte, een ruilakte, een schenkingsakte,…
Daarnaast bevat de eigendomstitel informatie over eventuele voorwaarden waaronder de overdracht is gebeurd, eventuele erfdienstbaarheden, de al dan niet vrije verhandelbaarheid enz. Deze informatie is uiteraard van belang voor de notaris of commissaris van de afdeling vastgoedtransacties die de nieuwe overdrachtsakte zal opmaken.
Hoe bekomen?
U zal zelf wellicht in de meeste gevallen beschikken over de eigendomstitel.
Wanneer dit niet zo is, kan u navraag doen bij de notaris die de akte verleden heeft. Notarissen zijn namelijk verplicht om de originele akten te bewaren die zij (of hun voorgangers) verleden hebben.
Wanneer u niet meer weet welke notaris de akte verleden heeft, kan u (of de notaris of commissaris van de afdeling vastgoedtransacties) de eigendomstitel aanvragen bij het kantoor Rechtszekerheid (d.i. het vroegere hypotheekkantoor). Hoe u dit doet, kan u nalezen op de website van de FOD Financiën.
Kostprijs
-
Gratis wanneer u zelf beschikt over alle eigendomstitels
-
15 euro per eigendomstitel wanneer u (of de notaris of commissaris van de afdeling vastgoedtransacties) deze opvraagt bij het kantoor Rechtszekerheid
Vervaltermijn
Geen
Kadastrale uittreksels
Wat?
Een kadastraal uittreksel is een uittreksel uit de patrimoniale documentatie. Die documentatie bestaat uit het kadastrale percelenplan en de databank met patrimoniale gegevens.
Het kadastrale percelenplan is een grafische weergave van de percelen met hun grenzen en gebouwen
De databank met patrimoniale gegevens is een register dat voor elke eigenaar de volgende elementen vermeldt:
-
zijn rechten
-
zijn percelen
-
de oppervlakte en de niet-geïndexeerde kadastrale inkomens van die percelen
-
de aard van het goed (huis, tuin,…) en het bouwjaar voor constructies
Hoe bekomen?
U kan een aanvraag doen op papier, maar het is aangewezen om dit online aan te vragen via MyMinFin (website van de FOD Financiën). Via deze toepassing kan u een volledige lijst krijgen van de goederen die uw maatschappij in eigendom heeft.
Eigenaarsgegevens en kadastrale perceelgegevens zijn ook rechtstreeks in Consultimmo beschikbaar. De gegevens die u via deze toepassing ophaalt, hebben dezelfde officiële waarde als de gegevens op een kadastraal uittreksel.
Kostprijs
-
Gratis wanneer u een online aanvraag doet via MyMinFin of Consultimmo
-
20 euro per kadastraal uittreksel wanneer u een aanvraag doet op papier
Vervaltermijn
1 jaar
Stedenbouwkundige inlichtingen
Wat?
De stedenbouwkundige inlichtingen bevatten een stedenbouwkundig uittreksel (uit het plannen- en vergunningenregister) evenals informatie over o.a.
-
geldende planologische bestemmingen
-
desgevallend geldende verkavelingsvoorschriften
-
vergunningen
-
eventuele bouwovertredingen
-
eventueel geldende voorkooprechten
-
desgevallend geldende erfdienstbaarheden van openbaar nut
-
rooilijnplannen
-
milieuaspecten
-
eventueel aanwezig beschermd Onroerend Erfgoed
-
eventuele leegstand en verwaarlozing
-
lasten
-
…
Hoe bekomen?
U, of de notaris of commissaris van de afdeling vastgoedtransacties, kunt de stedenbouwkundige inlichtingen verkrijgen bij de gemeente. In de meeste gemeenten kan dit online. Om te weten hoe dit moet gebeuren in uw gemeente, contacteert u best de gemeentelijke diensten.
Kostprijs
Dit is afhankelijk van de gemeente of stad waar het onroerend goed ligt: 25 euro tot 150 euro per aanvraag.
Vrijstelling stedenbouwkundige informatieplicht
In het kader van de vorming van de woonmaatschappij moet u voor de overdrachtsakten van de onroerende goederen geen stedenbouwkundige informatie inwinnen . Deze overdrachten wijzigen namelijk de functionele aanwending van de over te dragen goederen niet en doen geen afbreuk aan de vergunningsaspecten ervan.
Vervaltermijn
1 jaar (als er op basis van deze stedenbouwkundige inlichtingen wordt gehandeld, en het vastgoed dus wordt vermarkt of een omgevingsvergunning wordt aangevraagd).
Louter informatief
De stedenbouwkundige inlichtingen zijn een momentopname en zijn louter informatief.
Bodemattest en oriënterend bodemonderzoek
Wat?
Bij elke overdracht van een perceel moet de overdrager een bodemattest bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) aanvragen en de inhoud van het bodemattest meedelen aan de overnemer.
Dit bodemattest informeert de overnemer of de OVAM beschikt over relevante gegevens over de bodemkwaliteit. Dat is het geval als een perceel opgenomen is in het grondeninformatieregister (GIR). Een perceel wordt in het GIR opgenomen als de OVAM relevante bodemonderzoekgegevens krijgt, of informatie bekomt over de aanwezigheid van activiteiten met risico op bodemverontreiniging, of een melding krijgt van een schadegeval,...
Als er op het perceel activiteiten zijn of waren met een risico op bodemverontreiniging, dan spreekt men over een risicogrond. Een perceel dat in het GIR is opgenomen is niet altijd een risicogrond. Een perceel kan ook in het GIR opgenomen zijn na bijvoorbeeld het vrijwillig uitvoeren en indienen van een oriënterend bodemonderzoek. Als een perceel niet in het GIR is opgenomen, wordt er een blanco bodemattest uitgereikt. Dat betekent dat de OVAM geen relevante gegevens van dat perceel heeft en bijgevolg geen uitsluitsel kan geven over de bodemkwaliteit. Een blanco bodemattest betekent dus niet dat de bodem niet verontreinigd is of kan zijn.
Bij de overdracht van een risicogrond moet de overdrager niet enkel de inhoud van het bodemattest meedelen. Hij moet in principe ook - voorafgaand aan de overdracht - een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren. Via het oriënterend bodemonderzoek wordt er onderzocht of een grond al dan niet verontreinigd is. Als er op basis van dit onderzoek bodemverontreiniging zou worden aangetroffen dan kan bijkomend een beschrijvend bodemonderzoek nodig zijn. Er is decretaal echter een vrijstelling van het oriënterend bodemonderzoek ingeschreven bij een verplichte overdracht van onroerende goederen tussen sociale woonactoren in het kader van de vorming van een woonmaatschappij. U leest hieronder meer over deze vrijstelling.
Hoe bodemattest bekomen?
U hebt recht op een bodemattest tegen een nultarief (zie verder), maar u kan dit niet zelf aanvragen via het webloket voor bodemattesten. Enkel de dienst klantenbeheer van de OVAM kan dit, in naam van een organisatie.
Wat moet u hiervoor doen?
-
U of de instrumenterend ambtenaar bezorgt de dienst klantenbeheer van de OVAM via mail (bodem@ovam.be) een lijst met alle kadastrale percelen waarvoor u een bodemattest wenst. Deze lijst moet u aanleveren in een csv-bestand (vb. excel) met 1 kolom, zonder hoofding. In die kolom neemt u alle kadastrale percelen (capakeys) op in het volgende formaat: 12403D0073/00E002.
-
U of de instrumenterend ambtenaar verklaart dat de overdracht gebeurt in het kader van de overdracht van onroerende goederen ter uitvoering van artikel 4.38, § 4 of § 5, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 of artikel 209, § 3, van het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen en dat u gebruik wil maken van het nultarief.
Let wel: de aanvrager moet in het webloket bodemattesten gekend zijn. Wanneer u dat zelf niet bent, is het aangeraden om te werken via een instrumenterend ambtenaar (vb. notaris).
Kostprijs aanvragen bodemattest
Bodemattesten zijn in principe betalend. Er geldt een nultarief voor sommige overdrachten die gebeuren in het kader van de vorming van de woonmaatschappijen:
1. Overdrachten tussen SHM’s/WM’s die tegen een vergoeding in aandelen of om niet gebeuren;
2. De eerste honderd overdrachten die tegen een andere vergoeding dan in aandelen of om niet gebeuren door andere overdragers dan de VMSW, de lokale besturen en het VWF naar een zelfde overnemer. Opgelet: voor de toepassing van het nultarief wordt enkel gekeken naar de overdracht van de eerste honderd kadastrale percelen.
3. Overdrachten door de VMSW, de lokale besturen en het VWF aan een SHM of een WM
Dit nultarief geldt voor aanvragen van een bodemattest die voor 1 januari 2028 bij de OVAM worden ingediend.
Vervaltermijn bodemattest
Er is geen vaste tijdsduur qua geldigheid van de bodemattesten.
Vrijstelling oriënterend bodemonderzoek
Decretaal werd een vrijstelling van het oriënterend bodemonderzoek ingeschreven bij een verplichte overdracht van onroerende goederen tussen sociale woonactoren in het kader van de vorming van een woonmaatschappij. Sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren, woonmaatschappijen en het Vlaams Woningfonds mogen risicogronden overdragen zonder dat vooraf een oriënterend bodemonderzoek is uitgevoerd en zonder dat het verslag aan de OVAM is bezorgd.
De overnemer treedt volledig in de rechten en plichten van de overdrager. Als er bij latere bodemonderzoeken bodemverontreiniging zou worden aangetroffen waarvoor een beschrijvend bodemonderzoek of een bodemsanering noodzakelijk is, zal de woonmaatschappij of de sociale huisvestingsmaatschappij die de gronden verworven heeft, volledig in de rechten en plichten treden van de overdrager van de grond.
Deze vrijstellingsregeling geldt voor de volgende overdrachten:
-
Overdrachten van onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting door SHM’s, SVK’s, het VWF en andere woonmaatschappijen naar de woonmaatschappij bevoegd voor het werkingsgebied;
-
Overdrachten van onroerende goederen uit de hand door SHM’s en SVK’s aan woonmaatschappijen of SHM’s, op voorwaarde dat de overdracht gebeurt onder de opschortende voorwaarde dat die SHM erkend wordt als woonmaatschappij.
U vindt meer informatie over deze overdrachten in de hoofdstukken omtrent de nieuw opgerichte woonmaatschappijen en de SHM’s die zijn omgevormd tot woonmaatschappij.
Deze vrijstelling van het oriënterend bodemonderzoek bij de verplichte overdracht van risicogronden door sociale woonactoren geldt sinds 29 mei 2022. Het decreet van 29 april 2022 tot wijziging van het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, wat het moratorium op de verkoop van verhuurbare sociale huurwoningen en de vrijstelling van een oriënterend bodemonderzoek bij de verplichte overdracht van risicogronden door sociale woonactoren betreft, is namelijk op 19 mei 2022 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en trad tien dagen later in werking.
Opgelet: de bovenstaande informatie geldt voor overdrachten aan een woonmaatschappij, of in bepaalde gevallen aan een SHM onder de opschortende voorwaarde dat die SHM erkend wordt als woonmaatschappij. Voor overdrachten tussen SHM’s onderling in het kader van een herstructurering geldt artikelen 251 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen. Dit artikel bevat voor overdrachten tussen SHM’s onderling in het kader van een herstructurering een gelijkaardige vrijstelling van oriënterend bodemonderzoek.
Keuringsattest elektrische installatie
Wat?
Een keuringsattest is verplicht wanneer het gaat om de verkoop van woningen met:
-
een oude elektrische installatie waaraan sinds 1 oktober 1981 geen belangrijke wijzigingen of aanzienlijke uitbreidingen zijn aangebracht
of
-
een oude elektrische installatie waaraan sinds 1 oktober 1981 belangrijke wijzigingen of aanzienlijke uitbreidingen zijn aangebracht, maar waarvan het gedeelte dat dateert van vóór 1 oktober 1981 nog niet het voorwerp van een gelijkvormigheidsonderzoek door een erkend organisme heeft uitgemaakt
Een keuringsattest is niet verplicht wanneer de koper de woningen gaat afbreken of de elektrische installatie volledig gaat renoveren. Dan laat u in de akte van verkoop best opnemen dat de verkoper zich op deze vrijstelling beroept doordat de koper de woningen gaat renoveren of afbreken.
Hoe bekomen?
U moet de keuring laten uitvoeren door een erkend keuringsorganisme.
De lijst met erkende keuringsorganismes vindt u online op de website van de FOD Economie.
Kostprijs
Voor standaardinstallatie: maximaal 200 euro (incl. btw) per keuring.
Vervaltermijn
25 jaar
Keuringsattest stookolietanks
Wat?
Sommige sociale woningen zijn voorzien van (collectieve) stookolietanks. Hoewel er bij de overdracht van dergelijke woningen geen wettelijke verplichting geldt om aan de koper/overnemer een keuringsattest van de stookolietanks te bezorgen, is het aangewezen om dit toch te doen. Dit maakt immers deel uit van de leveringsplicht van de verkoper.
Elke tank voor stookolie moet na de plaatsing, maar vóór de ingebruikname, gecontroleerd worden. Ook na ingebruikname moeten stookolietanks regelmatig gecontroleerd worden. Hoe vaak dat moet, hangt af van het volume van de tank, de plaatsing ervan (ondergronds of bovengronds) en de ligging (binnen of buiten de waterwingebieden en beschermingszones).
-
Tank voor de opslag van minder dan 5000 kg stookolie (6000 liter)
-
Een ondergrondse stookolietank moet u om de 5 jaar laten controleren. Een ondergrondse stookolietank die vóór 1 augustus 1995 in gebruik genomen werd, moest vóór 1 augustus 2002 een eerste keer een periodieke controle ondergaan.
-
Een bovengrondse stookolietank moet u sinds 1 maart 2009 na ingebruikname niet meer periodiek laten controleren. Alleen de controle bij de plaatsing is verplicht. Heeft u een bovengrondse tank die vóór 1 maart 2009 in gebruik was? Dan bepaalt de 'datum voor volgende controle' op het laatste onderhoudsattest of er nog controle nodig is.
-
Staat er op het laatste onderhoudsattest dat de volgende controle op 1 maart 2009 of een latere datum moet gebeuren? Dan bent u niet meer verplicht uw tank periodiek te laten keuren.
-
Staat er op het laatste onderhoudsattest dat de volgende controle op een datum vóór 1 maart 2009 moet gebeuren? Dan bent u verplicht de bovengrondse tank nog een laatste keer te laten controleren.
-
-
Een bovengrondse stookolietank die vóór 1 augustus 1995 in gebruik genomen werd, moest vóór 1 augustus 2003 een eerste periodieke controle ondergaan.
-
-
Tank voor de opslag van 5000 kg stookolie of meer (6000 liter of meer)
-
Een ondergrondse stookolietank moet
-
om de 2 jaar een beperkt onderzoek ondergaan (dit moet jaarlijks gebeuren als de tank in een waterwingebied of beschermingszone ligt) en
-
om de 15 jaar een grondig algemeen onderzoek ondergaan (dit moet om de 10 jaar gebeuren als de tank in een waterwingebied of beschermingszone ligt).
-
Ondergrondse tanks van gewapende, thermohardende kunststof zijn vrijgesteld van het grondig algemeen onderzoek.
-
-
-
Een bovengrondse stookolietank moet
-
om de 3 jaar een beperkt onderzoek ondergaan en
-
als de tank een inhoudsvermogen van meer dan 20.000 liter heeft, bijkomend om de 20 jaar een algemeen onderzoek ondergaan.
-
-
Een bovengrondse stookolietank moet
-
om de 3 jaar een beperkt onderzoek ondergaan en
-
als de tank een inhoudsvermogen van meer dan 20.000 liter heeft, bijkomend om de 20 jaar een algemeen onderzoek ondergaan.
-
Hoe bekomen?
De lijst met erkende stookolietechnici vindt u op de website van het departement Omgeving van de Vlaamse overheid (selecteer ‘Technici stookolietanks’).
De lijst met milieudeskundige erkend in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen vindt u ook op deze website (selecteer ‘Milieudeskundigen houders gassen of gevaarlijke stoffen’).
Kostprijs
-
Keuring bovengrondse stookolietank: 95 tot 110 euro (incl. btw)
-
Keuring ondergrondse stookolietank: 120 tot 160 euro (incl. btw)
Vervaltermijn
Zie eerder voor de geldigheidsduur van een periodiek controleattest.
Postinterventiedossier (PID)
Wat?
Het PID is het dossier dat alle elementen bevat die nuttig kunnen zijn voor de veiligheid en de gezondheid van mensen die later werkzaamheden zullen uitvoeren aan het gebouw. Het moet worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar bij een overdracht van een gebouw waarvan de bouw is begonnen na 1/5/2001 of waaraan werken zijn uitgevoerd sinds 1/5/2001 door één of meerdere aannemers.
Het PID bevat minstens:
-
De plannen en tekeningen van de structuur van de woning en de aanwezige technische installaties (cv, sanitair, elektriciteit, ...)
-
De aanduidingen van (ingewerkte) nutsleidingen (water, gas, elektriciteit, ventilatie, ...) en verborgen gevaren
-
Een lastenboek met overzicht van de gebruikte materialen
-
De instructies voor onderhoud, herstelling, verbouwing en ontmanteling van het gebouw en de technische installaties
-
De eventuele aankoopfacturen en garantiebewijzen
-
De namen en contactgegevens van de betrokken architect, veiligheidscoördinator en hoofdaannemers, die het gebouw hebben opgetrokken of verbouwd.
Hoe bekomen?
Een veiligheidscoördinator maakt het PID op en vult het aan.
Kostprijs
-
Gratis wanneer u zelf al beschikt over het volledige postinterventiedossier
-
Betalend wanneer u beroep moet doen op een veiligheidscoördinator om het postinterventiedossier samen te stellen of aan te vullen. De prijs hiervan is afhankelijk van de grootte van de opdracht.
Vervaltermijn
Onbeperkt
Asbestinventarisatieattest
Wat?
Een asbestinventarisatieattest is het resultaat van een asbestinventarisatie van een gebouw. Het beschrijft voor een normaal gebruik van het gebouw welke materialen of gebouwonderdelen asbest bevatten, wat de staat is van het asbest en hoe het veilig kan beheerd of verwijderd worden.
Voor alle overdrachten vanaf 23 november 2022 van woningen en ruimer alle ‘toegankelijke constructies met risicobouwjaar’ (dit wil zeggen ouder dan bouwjaar 2001) is een asbestinventarisatieattest verplicht. Voor sommige overdrachten die gebeuren in het kader van de vorming van de woonmaatschappijen is het niet verplicht om bij de overdracht over een asbestattest te beschikken, maar wel binnen twee jaar na de definitieve overdracht :
1. Overdrachten tussen SHM’s/WM’s die tegen een vergoeding in aandelen of om niet gebeuren;
2. De eerste honderd overdrachten die tegen een andere vergoeding dan in aandelen of om niet gebeuren door andere overdragers dan de VMSW, de lokale besturen en het VWF naar een zelfde overnemer. Opgelet: voor de toepassing van het uitstel wordt enkel gekeken naar de overdracht van de eerste honderd kadastrale percelen.
3. Overdrachten door de VMSW, de lokale besturen en het VWF aan een SHM of een WM
Met de woorden “definitieve overdracht” wordt uitdrukkelijk bedoeld dat de verplichting om over een asbestinventarisattest te beschikken pas ontstaat nadat het onroerend goed is overgedragen bij de woonmaatschappij die erkend is voor het werkingsgebied waarin het onroerend goed is gelegen. In het kader van opeenvolgende herstructureringen om tot de unieke woonmaatschappij per werkingsgebied te komen, kunnen actoren er bijvoorbeeld voor opteren om eerst via een fusie alle onroerende goederen samen te brengen en bij een volgende herstructurering alle onroerende goederen die buiten het werkingsgebied liggen in één beweging over te dragen aan de woonmaatschappij die voor dat werkingsgebied erkend is. Wanneer die situatie zich voordoet is het logisch dat de verantwoordelijkheid voor het asbestinventarisattest bij de uiteindelijk ontvangende woonmaatschappij wordt gelegd.
Alle andere overdrachten die niet kaderen in de vorming van woonmaatschappijen (dus overdrachten naar andere partijen dan SHM’s en woonmaatschappijen), vallen uiteraard wel geheel onder de toepasselijke asbestinventarisattestreglementering.
Opgelet:
1. deze verplichting geldt niet enkel voor woningen, maar voor alle ‘toegankelijke constructies met risicobouwjaar’ (dit wil zeggen gebouwd voor het jaar 2001). Dus ook de overdracht van bijvoorbeeld kantoorruimten valt onder deze regelgeving.
Als de toegankelijke constructie met risicobouwjaar onder het stelsel van gedwongen mede-eigendom valt, moet zowel voor de gemeenschappelijke delen als voor elk privédeel een afzonderlijk asbestinventarisattest uitgereikt worden.
Merk voor wat betreft de uitstelregeling in het kader van de vorming van woonmaatschappijen verder nog nog het volgende op:
In principe is de eigenaar (verkoper/overdrager) verplicht om het asbestinventarisatieattest te laten opmaken. In het kader van de overdrachten bij de vorming van de woonmaatschappijen, echter, is het de bedoeling dat de overnemende partij voor deze attesten zorgt.
Om gebruik te maken van de uitstelregeling, is het voldoende om in de authentieke akte te verwijzen naar artikel 4.160/2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. In dit artikel zijn immers geen bijkomende voorwaarden voorzien voor het gebruik kunnen maken van de afwijking. Deze vermelding gebeurt op risico van de verklarende partij: indien blijkt dat er toch niet voldaan is aan de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de afwijking voorzien in dit artikel, kan deze partij hierop aangesproken worden.
Het beschikken over een attest binnen de 2 jaar na de definitieve overdracht is een wettelijke verplichting en wordt dan ook gecontroleerd door de OVAM. De OVAM voert m.a.w. dus controle uit op de naleving van deze termijn.
Een attest wordt automatisch gegeneerd door de OVAM binnen de asbestinventarisdatabank. Het is dus niet nodig om een melding hiervan te doen aan de OVAM.
Hoe bekomen?
Enkel een gecertificeerd asbestdeskundige ‘inventarisatie’ zal een asbestinventarisatie voor een geldig asbestattest kunnen uitvoeren.
De certificatieprocedure is nog niet afgerond. Momenteel worden de regelgevende bepalingen voor de invoering van het asbestattest en het certificatiesysteem voorbereid (ministeriële besluiten en wijziging Vlarema). In 2021 is eerst de publicatie van een gewijzigd Materialendecreet en Vlarema voorzien. Daarna volgt nog de publicatie van de ministeriële besluiten van het certificatiereglement en het inspectieprotocol. Pas na deze publicaties kunnen certificatie-instellingen formeel erkend worden en kunnen ze certificaten uitreiken.
Kostprijs
350 euro (naar schatting) - extrapolatie mogelijk voor sociale huisvesting (plaatsbezoek verplicht)
Vervaltermijn
10 jaar
Energieprestatiecertificaat (EPC)
Tot 1 april 2022 was het zo dat als u residentiële of niet-residentiële gebouwen verkocht zonder dat u hiervoor publiciteit maakte, er geen EPC vereist was bij verkoop.
Door een wijziging aan het Energiebesluit van 19 november 2010 (door het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de sociale openbaredienstverplichtingen en REG-openbaredienstverplichtingen), is sedert 1 april 2022 ook bij verkopen zonder publiciteit een EPC vereist (artikel 9.2.3 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd door artikel 56 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022). Omdat overdrachten in het kader van de vorming van de woonmaatschappijen gebeuren zonder dat u hiervoor publiciteit maakt, zal u dus ook bij deze overdrachten een EPC ter beschikking moeten stellen van de koper. Hetzelfde geldt ook bij de vestiging van een recht van erfpacht of opstal op een residentieel of niet-residentieel gebouw (artikel 9.2.3/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals ingevoegd door artikel 57 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022).
Vanaf 1 april 2022 moet het EPC ten laatste bij het ondertekenen van de overeenkomst of (als er geen overeenkomst wordt gesloten) bij het verlijden van de authentieke akte beschikbaar zijn.
Opgelet: als u een geldig EPC bij bouw hebt, moet u geen EPC voor bestaande gebouwen opstellen. Het EPC bij bouw is een onderdeel van de EPB-aangifte en wordt opgesteld bij nieuwbouwprojecten en ingrijpende energetische renovaties.
Verkoopt u een nieuwbouwwoning voor de EPB-aangifte (en dus ook het EPC bij bouw) is opgemaakt, dan moet u binnen de 12 maanden na ingebruikname van het gebouw het EPC bij bouw bezorgen aan de koper.
Merk verder echter op dat deze EPC-verplichting enkel van toepassing is op verkopen en de vestiging van een recht van erfpacht of opstal, en niet van toepassing is in geval van een aandelentransactie (fusie, splitsing of partiële splitsing).
Overzicht
Situatie op 1/12/2022 | Fusie, splitsing | Verkoop |
---|---|---|
Eigendomstitels |
Gronden Woningen Kantoorgebouwen Niet-residentiële ruimten |
Gronden Woningen Kantoorgebouwen Niet-residentiële ruimten |
Kadastrale uittreksels |
Gronden Woningen Kantoorgebouwen Niet-residentiële ruimten |
Gronden Woningen Kantoorgebouwen Niet-residentiële ruimten |
Stedenbouwkundige inlichtingen | NVT |
NVT |
Bodemattest |
Gronden Woningen Kantoorgebouwen Niet-residentiële ruimten |
Gronden Woningen Kantoorgebouwen Niet-residentiële ruimten |
Keuringsattest elektrische installatie | NVT | Woningen* |
Keuringsattest stookolietanks | Woningen | Woningen |
Postinterventiedossier |
Woningen ** Kantoorgebouwen ** Niet-residentiële ruimten ** |
Woningen ** Kantoorgebouwen ** Niet-residentiële ruimten ** |
Asbestinventarisatieattest |
Woningen *** Kantoorgebouwen *** Niet-residentiële ruimten *** |
Woningen *** Kantoorgebouwen *** Niet-residentiële ruimten *** |
Energieprestatiecertificaat |
NVT |
Gronden **** Woningen Kantoorgebouwen Niet-residentiële ruimten |
Oriënterend bodemonderzoek (in geval van risicogronden) |
NVT **** |
NVT****
|
* Indien het gaat om de verkoop van een woning met:
-
een oude elektrische installatie waaraan sedert 1 oktober 1981 geen belangrijke wijzigingen of aanzienlijke uitbreidingen zijn aangebracht of
- een oude elektrische installatie waaraan sedert 1 oktober 1981 belangrijke wijzigingen of aanzienlijke uitbreidingen zijn aangebracht maar waarvan het gedeelte dat dateert van vóór 1 oktober 1981 nog niet het voorwerp van een gelijkvormigheidsonderzoek door een erkend organisme heeft uitgemaakt
** Bij elke verkoop van een gebouw waarvan de bouw is begonnen na 1/5/2001 of waaraan werken zijn uitgevoerd sinds 1/5/2001 door één of meerdere aannemers
*** Indien het gaat om een overdracht van een toegankelijke constructie met bouwjaar 2001 of ouder. Voor sommige overdrachten is het niet verplicht om bij de overdracht over een asbestattest te beschikken, maar wel binnen twee jaar na de definitieve overdracht (zie hierboven in het hoofdstukje omtrent het asbestinventarisattest).
**** De vrijstellingsregeling geldt enkel voor overdrachten door SHM’s, WM’en, SVK’s en het VWF (zie hierboven in het hoofdstukje omtrent het oriënterend bodemonderzoek).